Al meer dan twintig jaar wordt de gevel van de Anne Frankschool opgesierd door in vrolijke kleuren geschilderde vlakken; in grote letters, over al dat fleurigs heen, staan teksten van het meisje naar wie deze plek is vernoemd. “Je kunt ze niet lezen, als je er snel voorbij loopt”, zegt de kunstenaar die Anne’s zinnen op de muur heeft gezet; “ Alleen als je er even de tijd voor neemt, zie wat er staat. Dat was ook mijn bedoeling. Die teksten moeten je interesse wekken, je moet denken; wie was dat meisje en wat heeft zij nog meer in haar dagboek geschreven.”
Voordat de school werd beschilderd, zag zij er van buiten nogal kil uit. Met de zijde, waarop de zon scheen, was niets mis; daar lagen het schoolplein en alle lokalen. Maar aan de kant van de Niersstraat, bij de ingang, was een saaie muur waarin smalle, hoge ramen zaten. Besloten werd wat aan die gevel te doen. Er moest iets op komen wat te maken had met Anne Frank, die hier jarenlang les kreeg en een prettige tijd had, maar met wie het treurig afliep. Toch mocht de versiering niet droevig zijn.
Niet veel kunstenaars zagen wat in deze opdracht die best moeilijk was. Maar voor Harry Visser stond meteen al vast dat hij degene was die iets voor de school zou maken. Net zoals Anne was hij geboren in 1929. Was hij joods. Moest hij onderduiken, toen de nazi’s ons land bezetten. En, terwijl hij zich verborgen hield, kreeg Visser hetzelfde gevoel als de schrijfster van ‘s werelds meest gelezen dagboek.
“Tijdens haar onderduik ontdekte Anne dat zij een talent had. Iets kon wat niet iedereen kon; zij kon schrijven. Als zij in haar dagboekje bezig was, wilde zij niet gestoord worden, en was zij gelukkig. Hoe moeilijk zij het ook had. Zoiets is mij ook overkomen; toen ik was ondergedoken, kwam ik erachter dat ik kon tekenen en schilderen. Alleen heeft mijn leeftijdsgenootje niet de kans gekregen om zich verder te ontwikkelen, nog beter te worden in de dingen die zij graag deed, en ik wel.”
Van alle inzendingen, die er bij de school binnenkwamen, werd tenslotte Visser’s idee uitgekozen. Toch zag niet iedereen iets in zijn plan om op de voorgevel een raster van vrolijke kleuren te zetten met daarop teksten uit het dagboek van Anne Frank. “Sommige waren bang dat zo’n schildering alleen maar tot narigheid zou leiden”, vertelt de bedenker van het moois; “De muren zouden beklad worden, zei men, ook door mensen die niet wilden dat een joods meisje zoveel aandacht zou krijgen. Maar gelukkig waren er meer positieve reacties.”
Met wat tussenpozen is Visser bijna een half jaar met zijn kunstwerk bezig geweest. In de school kreeg hij een eigen kamertje, waar hij de verf mengde, en waar hij ook aan de praat raakte met de leerlingen. Die wilden van alles weten over die meneer die elke dag zijn stellage beklom en, afgeschermd door een zeiltje, ook als het regende aan het schilderen was. Soms hadden zij zelfs tips voor degene tegen wie zij gewoon “Harry” mochten zeggen.
“Dan kwam er een jongetje naast mij zitten terwijl ik even uitrustte en een hapje zat te eten “, weet de kunstenaar nog; “Zeker een minuut bleef hij zwijgen. Toen vroeg hij; ‘Mag ik er wat van zeggen? Kijk, je moet het natuurlijk zelf weten, maar die bruine vlek daar is niet mooi, nou en verder moet je tot die hoek schilderen en dat je daar stopt, vind ik ook verkeerd, je moet tot het dak schilderen en die huizen daar kun je toch ook wel doen ... en het geel vind ik wel goed, waarom schilder je niet meer geel?"
Al die maanden dat Harry Visser bezig was aan de voorkant van hun school, bleven de kinderen betrokken bij dit project. Ze bezochten ook de plek waar Anne Frank ondergedoken had gezeten. Ze praatten erover wat het met je doet als je, net zoals zij, wordt buitengesloten omdat je “anders” zou zijn. En op een paar doeken schreven zij dat je niet moet haten, maar in vrede met elkaar om moet gaan. Met het wegtrekken van de doeken -die voor de gevel waren gehangen- en het oplaten van vele kleurige ballonnen werd Visser’s kunstwerk op 21 december 1983 onthuld. Nu is het niet meer weg te denken uit de buurt die er in het begin best kritisch tegenover stond.
“Zo nu en dan moet de schildering worden onderhouden. Niet meer dan schoonmaken is het. Dan komen er mensen op af en geschrokken vragen ze dan “Wat er op die muur staat ... u gaat het toch niet weghalen?”
Als je wilt zien hoe Anne's teksten op de muur zijn gezet,