Van het vele wandelen door de stad kreeg hij last van zijn voeten. Maar dat ongemak weerhield hem er niet van om Amsterdam dagenlang te doorkruizen om foto’s te maken van plaatsen die iets te maken hadden met Anne Frank. Dan stelde hij scherp op het interieur van het huis waar zij een gelukkige jeugd doorbracht voordat zij zich voor de nazi’s moest verbergen. Maar ook buiten, waar zij als jong meisje speelde, richtte Ronald Jansen zijn toestel op alles wat daar nog aan herinnert. Soms gebruikte hij daarvoor kiekjes die haar vader van zulke situaties maakte en waarop zij vrolijk staat afgebeeld. “Als je dan zo’n foto ziet, en je legt er de mijne naast, wordt pas echt duidelijk welke leegte Anne heeft achtergelaten”, merkt hij op; “Alle straten zijn er nog, ook de gebouwen, de hele omgeving waarin zij opgroeide, maar zelf is ze er niet meer. Omgebracht omdat ze joods was.”
Het idee om foto’s van Anne’s leefwereld te maken en die tenslotte in een boek bijeen te brengen, onstond enige jaren terug toen Jansen in de gaten kreeg dat zij op 12 juni 2009 de leeftijd van tachtig had kunnen bereiken. Als zij niet was vervolgd en tenslotte vermoord. Met dat feit wilde hij iets doen. Juist omdat hij veel bewondering had voor het meisje dat, ondanks alle ellende die haar is aangedaan, de moed niet opgaf.
“Ze hield zelfs in die donkerste dagen vast aan haar principe’s en bleef hoop houden op het goede. Bleef geïnteresseerd in de mensen om haar heen, de samenleving en vele andere zaken. Voor mij is ze een voorbeeld van iemand die strijdt voor een betere wereld”, zegt de fotograaf en hij verwijst naar stukken uit haar dagboek dat hij vele keren heeft gelezen. Maar ook uit andere werken, en gesprekken met mensen die haar van nabij hebben meegemaakt, kwam hij veel aan de weet over wie Anne Frank is geweest, wat haar bezighield, en vooral welke plekken in haar leven een rol hebben gespeeld. In zijn eentje reisde hij daar vervolgens naar toe en legde ze met zijn camera vast.
“Soms waren er momenten dat ik Anne’s aanwezigheid leek te voelen”, vertelt hij; “Dan was het net alsof zij er nog was. Dat had ik vooral in de woning op het Merwedeplein waar ze een kamertje deelde met haar zus Margot. Dat werd nog versterkt omdat ze dat huis hebben teruggebracht in de staat zoals het er in die jaren moet hebben uitgezien. Hier ontving ze haar vriendinnen, moet ze onbezorgd zijn geweest, nog onbewust van het leed dat haar te wachten stond. Dan komt alles heel dichtbij en voel je je zowat een indringer in haar leven. Dan wil je haar vragen of ze het goed vindt dat je al die plekjes mag vastleggen. Of je foto’s mag maken van wat eigenlijk heel privé is en bij haar hoort. Dat kan natuurlijk niet. Ze is er niet meer. Maar ik denk dat Anne mijn fotoboek wel zou hebben gewaardeerd.”
Als heel bijzonder heeft de fotograaf het ervaren, dat hij -kort voordat het gebouw openging voor bezoekers- rustig zijn werk mocht doen in de ruimten waar de familie Frank zich verscholen hield om uit handen van de nazi’s te blijven. Bij hoge uitzondering mocht hij een kijkje nemen op de zolder van “het Achterhuis” waar zij zich vaak terugtrok, uitkeek op de wuivende kastanjeboom, de vogels die daarin floten, en dan dagdroomde over het moment dat ze net zo vrij zou zijn als zij.
Dat het zover niet kwam, geeft Jansen’s boek treffend weer. Op zijn foto’s is te zien hoe Anne's weg tenslotte eindigde in de kampen waarnaar zij werd gebracht toen zij was opgepakt. Het waren de enige plekken, waarheen hij niet in zijn eentje is gereisd, maar waar hij zich liet vergezellen. Zo kon hij de emoties die hem daar overvielen, delen met anderen. Vooral het kille Bergen-Belsen, waar het meisje -uitgehongerd en doodziek- voorgoed de ogen sloot, maakte op hem een diepe indruk.
“Als ik aan haar korte leven denk, voel ik vooral machteloosheid, omdat niet voorkomen is dat zij is vermoord. Anne is omgebracht door de nazi’s zonder dat iemand heeft ingegrepen. Zij moest dood omdat ze toevallig als joodse was geboren. Terwijl ieder mens gelijkwaardig is. Wat er is gebeurd, is zo onrechtvaardig, dat kan ik niet begrijpen.”